Is dit het Devon van Sherlock Holmes? Het Nationale Park Dartmoor, waar zijn boek The Hounds of Baskerville zich afspeelt, oogt vandaag hooguit een beetje grimmig vanwege de grijze lucht. Bloeiende bloemen en bremmen maken dat de glooiende heuvels overal glimmen en glanzen. Het jonge leven dat onhandig door de velden huppelt, maakt dat je eerder op een kinderboerderij waant, dan in het wilde westen van Devon, zuidwest Engeland. Op zoek naar de wilde pony’s van Dartmoor.
Lief!
Als ik een suikerklontje in mijn jaszak zou hebben zitten, kwamen ze dat er vast zelf uithalen! De wilde pony’s van Dartmoor staan onverstoorbaar gras te kauwen en zijn bepaald niet schrikachtig als toeristen hen op de foto willen zetten. Eerlijk gezegd zijn ze zelfs een beetje ‘onbeleefd’; je zal zelf met een boog om de dieren heen moeten lopen, wat zij zijn echt niet van plan aan de kant te gaan. How un-British! Het heeft wel iets gezelligs, overal die knabbelende paarden. En het nageslacht van dit jaar staat nog zo onhandig op de lange benen, dat je al snel vertederd raakt. Jong leven aan het eind van de lente, hoe mooi kan Engeland zijn?!
Mijnen
Toch heeft Dartmoor niet bepaald de naam lieflijk te zijn. Het gebied raakte ontbost in de vroege middeleeuwen door intensief gebruik. De granieten ondergrond laat weinig water door en zo ontstond een nat veen- en heideachtig gebied dat niet of nauwelijks werd bewoond. In de 16de eeuw kwam het opnieuw in de belangstelling door vondst van grondstoffen als koper, tin en zelfs goud. Pas toen de grondstoffen waren uitgeput, aan het begin van de 20ste eeuw, vertrokken de mensen weer. Het gebied werd enkel nog gebruikt door boeren die er hun vee lieten grazen. Verder was het desolaat en de vestiging van een gevangenis midden in het gebied hielp verder mee om het ‘griezelgevoel’ van Sherlock Holmes nog wat te versterken. Geen gebied om aangenaam te verblijven, aldus de algemene opinie. En zo kon een prachtig natuurgebied ontstaan, dat in 1951 werd uitgeroepen tot een Nationaal Park. De wilde pony’s zijn afstammelingen van vee dat verwilderde in de 19de eeuw. Niks inheems paardenras, maar wel een mooie couleur locale als je er te voet op uittrekt.
Vruchtbaar
We zijn gestart even buiten Widecombe in the Moor, een klein dorpje aan de oostkant van het Nationale Park. Een kerk, een pub en mooi onderhouden tuintjes brengen ons in fleurige stemming. Het grijze weer werkt nog niet zo mee, maar dat komt vandaag ook vast nog goed.
Vanaf de parkeerplaats trekken we het veld in, richting Hameldown Tor. Een Tor is een bergpunt, vaak niet meer dat een ongenaakbare klomp graniet die een meter of tien boven het veen uitsteekt. Grillige vormen en redelijk bruikbare herkenningspunten voor wie hier wandelt. Want van een duidelijk pad over de Moors is niet altijd sprake. Even verder passeren we de steencirkels van Grimspound, een overblijfsel uit de prehistorische tijd. Geen Stonehenge, maar evengoed wel een mooi idee dat hier al zo vroeg mensen woonden. Onderweg zien we overal groepjes wilde pony’s . Onverschillig, onverstoord en in iedere groep wel één of twee veulens. Het was een vruchtbaar jaar!
Mellow yellow
Voor zover er iets aan het landschap is gedaan om het geschikt te maken voor landbouw, dan zie je dat vooral aan de lage stenen muurtjes. Enerzijds gebouwd om velden te begrenzen en schapen binnen de muren te houden; anderzijds ook gemaakt om zo de grond vrij te maken van stenen, zodat er ook wat gezaaid en verbouwd kan worden. Soms vind je er een kudde verbaasde schapen. De grijze muurtjes vormen wel een prachtig decor voor de gele wilde bremstruiken die in deze tijd van het jaar uitbundig staan te bloeien. Zo ver als je kunt kijken, kleuren de heuvels goudgeel
Voorjaar in Dartmoor
Dan begint het zonnetje voorzichtig door te breken. De jas kan los en we zoeken een steen in het natte gras om op te zitten. Op sommige plaatsen vormen zich aardig grote poeltjes die verraderlijk groen zien. Zo’n pony plonst er zo door heen, maar wij willen de waterdichtheid van onze schoenen vandaag nog niet op de proef stellen en kiezen voor het ‘veilige’pad. We volgen een zacht slingerende bridleway die langs de Soussons Farm loopt. Ook hier oogt het op en top Brits, met een keurig aangeharkte tuin, een opgeruimd erf en een dikke four-wheeled drive op de oprit. Dat is hier zeker ’s winters geen overbodige luxe, want dan kolkt het water letterlijk door de straten, getuige de twee ‘ramps’ of afvoergreppels die we passeren . We naderen langzaam maar zeker weer de bewoonde wereld. Er staat her en der een wegwijzer en in de verte duikt de kerktoren van Widecombe alweer op. 16 km en 4,5 uur verder hebben we de eerste route voor ons boek opgetekend. En weten we dat die wilde pony’s helemaal zo wild niet zijn!
Praktisch
Dit wandeling 1 uit Wandelen in Devon, een gids met twintig rondwandelingen. Kijk op www.wandelenindevon.nl voor meer informatie. Daar is ook de routebeschrijving van deze wandeling te downloaden.
Geef een reactie