Met een langeafstandspad van in totaal 270 km, van west naar oost (of andersom), kun je in de provincie Blekinge heel wat uurtjes aan de wandel. De route loopt van Sölvesborg naar Bröms en is opgesplitst in vijftien etappes. Om kennis te maken met Blekinge en zijn fraaie archipel voor de kust, die is aangemerkt als UNESCO-biosfeerreservaat, kiezen we voor de etappe tussen Ronneby en Järnavik. Zo lopen we dwars door de natuur en het boerenland naar de kust. Op ontdekkingsreis door Blekinge.

Gelukkig hebben ze de markering laten staan

Té mooi weer

Lopen, dat was het plan. Maar bij aanvang van onze etappe in het park bij de Ronneby Brunn (bron) blijven we een beetje rondhangen en treuzelen om op stap te gaan. Het park is mooi, de Rodondendrons staan in bloei, de bankjes zien er gemakkelijk uit en het is heerlijk weer. Zo heerlijk dat het opeens heel fijn lijkt om hier te blijven hangen, in de schaduw een boekje te lezen en een kop koffie met een kanelbulle te gaan eten. En dus nemen we een kijkje in de geurtuin, in de Japanse tuin (bamboe) en gluren bij het voormalige kuuroord. De wetenschap dat er 23 km op ons liggen te wachten, maken dat we onszelf na een half uur tot de orde roepen: vooruit, op stap! Vanuit het park stappen we zo het bos in en beginnen aan de tocht.

Gelukkig goed bewegwijzerd

Bos en boerenland

Zoals vrijwel overal in Zweden is ook hier bosbouw een bron van inkomsten. Niet zo groot als in de bosrijke provincies meer noordelijk, maar toch groeien er genoeg bomen om zo her en der een stuk leeg te trekken. Gelukkig is het pad goed gemarkeerd, waardoor je ook je weg weet te vinden in dat soort terrein. Opvallend is wel het grote aantal loofbomen dat hier het bos vormt, met her en der een spar of pijnboom. Dat is écht anders dan in de noordelijkere provincies, waar dennenbomen en berken het aanzicht bepalen. Voordeel van de gekapte bospercelen: we pikken aardig wat mee van de zon. Pet op de kop en zonnebrandcrème smeren dus.

Overal zitplaats langs de route

Chinese muur

De grond in Blekinge is niet rijk, in de zin van goed bewerkbaar en vruchtbaar. Bezaaid met stenen en keien was het lastig voor boeren om hier van de opbrengsten van het land te leven. Dat is deels opgelost door de losse stenen en keien te verwijderen en op te stapelen. En die stenen zijn dan weer gebruikt om landjes mee af te schermen, bijvoorbeeld om het vee binnen te houden en indringers buiten.

Een deel van deze etappe gaat gelijk op met de vroegere Koningsweg, die de scheidslijn tussen oost en west Blekinge vormde. En om die weg wat extra statuur te geven, is daar een kilometerslange muur van gestapelde stenen langs gezet. Dat het maar even duidelijk was dat dit een grens was! Op sommige plaatsen loop je een stuk erlangs, over de oude weg, elders is de muur overgroeid en onderdeel van het bos. Een imposant bouwwerk dat als een mini-versie van de Chinese muur door het bos slingert.

Rode Wouw, op zoek naar lekkere hapjes

Lunchpauze

Gelukkig voor de boeren is het wel gelukt om (op bescheiden schaal) vruchtbare akkers aan te leggen. Als we het bos weer uitlopen komen we terecht tussen kleinschalige akkers en weiden. Koeien grazen rond de steenhopen en een tarweveld strekt zich voor ons uit. Een ideale plek voor hongerige muizen, op zoek naar smakelijke graankorrels. Dat weet de rode wouw die boven het veld cirkelt ook, die op zoek is naar smakelijke muizenhapjes. Met een speurend oog glijdt hij over het veld, speurend naar zijn lunch. Om zo af en toe naar beneden te duiken, een muis (of iets anders) te vangen en zo zijn of haar maag te vullen.

De Vierydsån ligt diep verscholen in het bos.

Diep verscholen in het donkere bos …

De temperatuur loopt gestaag op en we zijn blij dat we de schaduwrijke bossen weer in wandelen. De wetenschap dat we nog zo’n 13 km te gaan hebben doet verlangen naar wat verkoeling. Na een uurtje stappen horen we zacht geruis van water. Tweehonderd meter verder staan we aan de oever van de Vierydsån, een smalle rivier die door het bos kronkelt. Een prachtig verstilde plek waar je alleen het kabbelende water en fluitende vogels hoort. Libellen zwieren over het wateroppervlak of rusten op de keien langs en in het water. Een plek om stil van te  worden, ware het niet dat er nu juist hier een mountainbiker over het pad komt zwieren. Het is de enige medemens die we vandaag zullen tegenkomen op het pad. “Hej” en hij is weer weg.

Bloeiend Vingerhoedskruid

Nieuwe kansen

De leeggetrokken bospercelen die we zo nu en dan passeren ogen als een woestenij. Maar het heeft ook zo zijn voordelen. Op deze manier komt er ook weer meer zon en licht in het bos. Planten en struiken krijgen de ruimte en pakken hun kans. Het resultaat is meer kleur van de vele bloeiende bloemen, tussen de vijftig tinten groen die Blekinge heeft te bieden. Margrieten, kogelbloemen, vingerhoedskruid, beklierd mottenkruid, een vroege heidestruik; allemaal staan ze te pronken langs het pad.

Bijkomen aan de Mörtström

Slaapsteiger

Zelf lopen we wat minder te “pronken”, met inmiddels zo’n 20 km in de benen. Een steigertje aan de Mörtstöm lijkt dan ook de ideale plaats om neer te ploffen en uit te rusten. Aan het watertje, dat richting de kust stroomt, liggen wat kleine boten. Gelukkig zijn er een paar op pad en kunnen wij genieten van de namiddagzon. Langzaam soes ik een beetje weg en zo lijkt het heel verleidelijk om niet verder te lopen. Maar een bushalte is hier ver te zoeken, dus met een beroep op onze zelfdiscipline gaan de rugzakjes weer op en stappen we verder, richting de kust.

Blekinge aan zee

Hoera, de kust!

Na drie kwartier stappen door het bos zien we water door de bomen schemeren. Dat moet de zee zijn! Via een klein natuurreservaat komen we op het terrein van een camping terecht. Een fraaie zwemsteiger ligt voor ons klaar, maar niemand maakt er gebruik van. Als we aan het water voelen begrijpen we waarom: koud! De ijskiosk op het terrein is een goed alternatief. Vandaar is het nog maar een kilometer naar Järnaviks Pensionat, ons overnachtingsadres voor vandaag. Dat beschikt niet alleen over een lekker bed, maar ook een uitstekende kok, die ons in de watten legt met verse ingrediënten en lokaal gebrouwen bier. Het leven is goed in Blekinge!

Praktisch

De Blekingeleden is 270 km lang en verdeeld in 15 etappes. Wij liepen etappe 9, van Ronneby naar Järnavik. Het pad is in twee richtingen gemarkeerd. Elke etappe begint/eindigt in de plaats waar je kunt overnachten, dan wel transport naar elders kunt vinden. De accommodaties langs de route zijn vaak bereid je te helpen met transport van bagage etc. Het vraagt wel wat voorbereiding om een meerdaagse tocht op het pad te plannen. Een goed startpunt daarvoor is de website van de Blekingeleden.